Zorgplicht geschonden maar geen schade

1. 24 augustus 2020
2. 0 reacties

(Kifid-uitspraak GC 2020-665) Heeft de adviseur zijn zorgplicht jegens consument geschonden door onvoldoende zorg te betrachten bij de aanvraag van de ORV, waardoor consument uitkering onder de ORV is misgelopen na het overlijden van haar echtgenoot? De Geschillencommissie oordeelt dat "Aangeslotene onvoldoende zorg heeft betracht door niet nogmaals contact te zoeken met Consument en haar echtgenoot in verband met het uitblijven van een reactie op het aanbod van de verzekeraar tot het afsluiten van de ORV. Niet is komen vast te staan dat de zorgplichtschending door Aangeslotene tot schade aan de zijde van Consument heeft geleid. De vordering wordt afgewezen"

De commissie: "Aangeslotene (Van Walstijn Advies, Voorburg, red.) vindt dat hij gehandeld heeft als een redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon doordat hij de herinnering op 22 juni 2016 per e-mail aan Consument en de Man heeft doorgestuurd met het verzoek ‘hier nog even zorg voor te dragen’. Meer inspanningen mochten van hem niet worden verlangd. De Commissie volgt Aangeslotene hierin niet. Van Aangeslotene als assurantietussenpersoon mag een actievere houding worden verwacht dan het enkel doorsturen van de herinnering op 22 juni 2016 aan Consument en de Man. Nadat hij geen reactie van Consument of de Man binnen redelijke termijn had ontvangen, had Aangeslotene contact met Consument en de Man moeten opnemen om hen duidelijk te maken dat de ORV pas zou zijn afgesloten nadat zij het aanbod hadden aanvaard. Door dit na te laten heeft Aangeslotene niet de benodigde zorg jegens Consument in acht genomen.

"Consument stelt dat de door haar geleden schade bestaat uit een uitkering van 44.500 euro die na het overlijden van de Man zou hebben plaatsgevonden indien de ORV zou zijn afgesloten. Indien Aangeslotene zijn zorgplicht niet had geschonden en meer inspanningen had verricht om het aanbod tot het afsluiten van de ORV onder de aandacht van Consument en de Man te brengen was de ORV wel tot stand gekomen, aldus Consument.

"De Commissie volgt Aangeslotene in zijn betoog dat niet gebleken is dat de Man de ORV ook daadwerkelijk had afgesloten indien Aangeslotene meer inspanningen had verricht om te wijzen op het feit dat nog niet gereageerd was op het verzekeringsaanbod. In het Klant-profielformulier staat dat Consument en de Man het al dan niet afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering nog wilden overdenken. Uit het formulier blijkt dus niet dat Consument en de Man hoe dan ook een overlijdensriscoverzekering wilden afsluiten. Uit het gegeven dat Consument en de Man later wel de ORV heeft aangevraagd kan ook niet worden afgeleid dat hij de ORV daadwerkelijk wenste af te sluiten. De aanvraag van de ORV is onder afwijkende voorwaarden door verzekeraar Credit Life AG gehonoreerd. Niet gebleken is dat de Man de ORV met deze afwijkende voorwaarden wilde accepteren. Evenmin is gebleken dat de ORV na het overlijden van de Man tot uitkering zou zijn gekomen, als deze was afgesloten. Wellicht kan het door Credit Life AG gedane afwijkende voorstel voor de ORV uitsluitsel bieden. Maar ondanks verzoeken daartoe van de Commissie heeft Consument dit afwijkende voorstel niet overgelegd, zodat de Commissie dit niet bij haar beoordeling kan betrekken. De gevolgen daarvan komen voor rekening van Consument."

.

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Abonnement aanvragen