Bank mocht advies bij beëindiging orv verplicht stellen

Overleg klant document via Pixabay

(Kifid-uitspraak GC 2021-0767) De consument klaagt over de eis die NN Bank stelt aan het verwerken van zijn verzoek tot beëindiging van zijn overlijdensrisicoverzekering. De bank heeft de consument medegedeeld dat zij zijn verzoek alleen met tussenkomst van een financieel adviseur wil uitvoeren, omdat zij de beëindiging van de overlijdensrisicoverzekering niet beschouwt als een wijziging van ondergeschikte aard. De Geschillencommissie is van oordeel dat de bank niet op onredelijke wijze gebruik heeft gemaakt van haar contractsvrijheid. Daarbij volgt uit de voorwaarden dat toestemming van de bank is vereist bij een verzoek tot beëindiging van een overlijdensrisicoverzekering die aan een hypothecaire geldlening is gekoppeld. Daarvan is in dit geval sprake. Dat de bank alleen de opzegging wil verwerken met tussenkomst van een adviseur ligt in het verlengde van deze toestemming. Niet is gebleken dat de voorwaarde van de bank naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De vordering van de consument wordt afgewezen.

Verder “begrijpt de commissie uit het dossier dat de bank als hypotheekverstrekker een  belang heeft bij het al dan niet aanhouden van de overlijdensrisicoverzekering. De overlijdensrisicoverzekering biedt de bank immers extra zekerheid bij de voldoening van
de hypotheekschuld. De bank heeft toegelicht dat bij de beoordeling van de noodzaak van de
overlijdensrisicoverzekering meerdere aspecten relevant zijn náást de gestelde overwaarde
van de woning. Ook de door de consument gekozen hypotheekvorm - in dit geval een
beleggingshypotheek met een onzeker eindresultaat ten aanzien van de algehele aflossing op
de einddatum - en het risico op een restschuld bij vroegtijdig overlijden of het risico op
inkomensterugval zijn relevant voor de vraag of het aanhouden van de overlijdensrisico-
verzekering (nog) noodzakelijk is. Nu de bank hier niet optreedt als adviseur van de
consument, is het niet aan de bank om te beoordelen of de noodzaak voor een overlijdens-
risicoverzekering voor de consument nog bestaat.

“Tot slot ziet de commissie geen aanleiding om te oordelen dat de bank in de gegeven
omstandigheden geen gebruik mag maken van haar contractsvrijheid. Niet is gebleken dat het
verplicht stellen van advies in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij is van belang dat de bank geen eisen stelt aan de
omvang van het advies. Dat de beleggingshypotheek een keuze is van de consument,
betekent niet dat de bank als hypotheekverstrekker geen voorwaarden mág stellen aan het
product dat verbonden is aan de gekozen hypotheekvorm. De onzekerheid ten aanzien van
de voldoening van de hypotheekschuld door de gekozen hypotheekvorm is immers niet een
omstandigheid die alléén de consument raakt, maar ook de bank als hypotheek- en geldverstrekker”.

Reactie toevoegen

 
Meer over
Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 6-2023) Reikwijdte advies bij nieuwbouw HYPOTHEKEN – De consumenten wenden zich op enig moment...

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

(Kifid-uitspraak GC 2023-0909) Door een gevallen olijffles is er schade ontstaan aan de inbouwkookplaat van de consumenten. De verzekeraar dekt deze schade niet...

Geen schade ondanks premiestijging

Geen schade ondanks premiestijging

(Kifid-uitspraak GC 2023-0893) De verzekeraar heeft de consumenten pas geruime tijd na de renteverlaging van de hypotheek geïnformeerd dat ook de rentevergoeding...

Geen recht op duurzaamheidskorting

Geen recht op duurzaamheidskorting

(Kifid-uitspraak GC 2023-0894) De consument en zijn (inmiddels ex-)partner hebben in 2020 bij Florius een hypothecaire geldlening afgesloten met een rentevastperiode...

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de...

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

(Rechtspraak) DAS hoeft de advocaatkosten van een klager bij Kifid niet verder te vergoeden dan volgens het Kifid-reglement. Dat oordeelt de kantonrechter. Volgens...

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

Kifid: maandlastenbeschermer is geen complex product

(Kifid-uitspraak GC 2023-0886) De consument vindt dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden, omdat hij in 2007 heeft geadviseerd een maandbedrag...

Consument klaagt te laat over fout adviseur

Consument klaagt te laat over fout adviseur

(Kifid-uitspraak GC 2023-0887) De consument heeft niet tijdig, nadat zij dit had moeten ontdekken, geklaagd over de door haar gestelde gebrekkige prestatie van de...

Eigenaar gezonken woonark gaat nat bij Kifid

Eigenaar gezonken woonark gaat nat bij Kifid

(Kifid-uitspraak GC 2023-0877) De consument heeft een beroep op de verzekering gedaan nadat zijn woonark is gezonken. De verzekeraar heeft dekking afgewezen, onder...

Gespreksnotitie helpt adviseur uit de brand

Gespreksnotitie helpt adviseur uit de brand

(Kifid-uitspraak GC 2023-0871) De consument verzocht haar assurantietussenpersoon op 1 september 2021 om een wijziging van de dekking van haar WA/Casco autoverzekering....