Eigen schuld, dikke bult (of eigenlijk: nat pak)

Wielrenners via Pixabay

(Rechtspraak) Een wielrenner belandde in de Amstel, omdat zijn voorganger schrok van een hond en abrupt remde. De hond (of eigenlijk de eigenaar) valt volgens de Rechtbank Amsterdam niks te verwijten. En was dat wel zo geweest, dan nog was er geen relatie met de schade.

Op zondagmiddag 30 januari 2022 fietsten eiser 1 en eiser 2 – kantoorgenoten – achter elkaar op hun racefietsen over de Amsteldijk te Amsterdam. Gedaagde liep op datzelfde moment in tegenovergestelde richting aan de andere kant van de weg, samen met zijn verloofde en zijn hond.

Op het moment dat eiser 2 – die voor eiser 1 fietste – gedaagde en zijn hond wilde passeren, is hij geschrokken van de hond. Eiser 2 is uitgeweken, heeft abrupt geremd en is in de grasstrook tussen de weg en de Amstel tot stilstand gekomen. Eiser 1 is niet tijdig genoeg tot stilstand gekomen en is tegen eiser 2 gebotst. Daarna is eiser 1 met zijn racefiets in de Amstel terechtgekomen.

 

Partijen twisten over de vraag of gedaagde aansprakelijk is voor de schade die eiser 1 en eiser 2 hebben geleden als gevolg van het ongeval, hetzij omdat gedaagde zelf schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval en/of omdat gedaagde als bezitter van de hond, door wiens gedrag het ongeval zou zijn ontstaan, (risico)aansprakelijk is, dus ook zonder dat gedaagde zelf schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval.

Niet toewijsbaar

De vorderingen tot vergoeding van schade zijn volgens de Rechtbank echter “niet toewijsbaar reeds omdat het vereiste verband ontbreekt tussen hun schade en de gebeurtenis waarvoor [gedaagde] volgens hen aansprakelijk is. Daartoe wordt het volgende overwogen.

“De schade aan de racefiets van [eiser 2] is volgens hem ontstaan doordat de hond van [gedaagde] een plotselinge beweging naar zijn voorwiel maakte. [Eiser 2] is uitgeweken en heeft geremd en is in het gras tussen de rijbaan en de Amstel tot stilstand gekomen. De fiets van [eiser 2] is vervolgens beschadigd geraakt omdat deze werd aangereden door de achteropkomende [eiser 1] . Het voor vestiging van aansprakelijkheid van [gedaagde] vereiste conditio sine qua non verband tussen de schade van [eiser 2] en de gestelde plotselinge beweging van de hond ligt in die keten van gebeurtenissen besloten.

“Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of die schade aan de racefiets van [eiser 2] aan [gedaagde] kan worden toegerekend (artikel 6:98 BW). Die vraag moet naar het oordeel van de kantonrechter ontkennend worden beantwoord. De gestelde plotselinge beweging van de hond heeft er uitsluitend toe geleid dat [eiser 2] in het gras tussen de rijbaan en de Amstel, geschrokken, tot stilstand is gekomen. De schade aan de racefiets van [eiser 2] is vervolgens ontstaan doordat [eiser 1] met zijn racefiets met een snelheid van circa 26 kilometer per uur op een afstand van circa één tot anderhalve meter achter [eiser 2] reed en daardoor tegen de racefiets van [eiser 2] is gereden. Van belang is dat de eventuele aansprakelijkheid van [gedaagde] niet (uitsluitend) is gebaseerd op een door hem gemaakte fout, maar (ook) voortvloeit uit het enkele feit dat hij als bezitter van de hond risicoaansprakelijk is voor het gedrag van de hond. Met andere woorden: [gedaagde] zou vanwege zijn hoedanigheid als bezitter van de hond aansprakelijk zijn, hoewel hem geen/gering verwijt te maken is voor het ontstaan van het ongeval omdat dat ongeval is ontstaan door de eigen energie van de hond. [Eiser 1] valt daarentegen des te meer verwijt te maken. Gelet op de aard van de aansprakelijk van [gedaagde] (risicoaansprakelijkheid, waardoor hij ook zonder verwijt aansprakelijk zou zijn) en de ernst van het verwijt dat daarentegen wel aan [eiser 1] gemaakt kan worden, wordt geoordeeld dat de schade als gevolg van een eventueel total loss van de racefiets van [eiser 2] niet aan [gedaagde] kan worden toegerekend. De schade van [eiser 2] dient geheel te worden toegerekend aan (het handelen van) [eiser 1] . Daarom is de vordering van [eiser 2] tot vergoeding van zijn schade door [gedaagde] niet toewijsbaar.

“Gelet op de gestelde toedracht van het ongeval staat ook de schade van [eiser 1] in het voor vestiging van aansprakelijkheid van [gedaagde] vereiste conditio sine qua non verband met de gestelde beweging van de hond. In het geval van [eiser 1] dient de vraag te worden beantwoord of de verplichting van [gedaagde] tot vergoeding van de schade van [eiser 1] behoort te worden verminderd omdat het ontstaan van die schade mede aan [eiser 1] zelf is toe te rekenen (artikel 6:101 BW). Dat is het geval. Eiser 1] fietste op de relatief smalle Amsteldijk met ongeveer 26 kilometer per uur op slechts één tot anderhalve meter achter [eiser 2] . Door die onveilige combinatie van snelheid en afstand kon hij zijn racefiets niet tijdig tot stilstand brengen en is hij op de fiets van [eiser 2] gebotst en in de Amstel terecht gekomen. Deze aan [eiser 1] zelf toe te rekenen omstandigheden hebben in zodanig mate bijgedragen aan het ontstaan van zijn schade dat de verplichting van [gedaagde] tot vergoeding van de schade van [eiser 1] naar het oordeel van de kantonrechter geheel vervalt. Ook daarbij speelt, net als bij de schade van [eiser 2] , de aard van de aansprakelijkheid van [gedaagde] een rol en dat [gedaagde] geen/gering, maar [eiser 1] wél verwijt valt te maken voor het ontstaan van zijn schade.”

 

Reactie toevoegen

 
Meer over
Geen vergoeding na val uit Rad des Doods

Geen vergoeding na val uit Rad des Doods

(Rechtspraak) Circusartiest valt uit Rad des Doods. Kerstcircus niet aansprakelijk op grond van 7:658 lid 4 BW. De kantonrechter wijst de vordering af omdat...

Alleen gemiddelde tuin gedekt op opstalpolis

Alleen gemiddelde tuin gedekt op opstalpolis

(Rechtspraak) Wanneer wordt gekeken naar wat in het normale spraakgebruik onder een tuin behorende bij een woning wordt verstaan, doemt daarbij naar het oordeel...

Vier maanden zitten voor oplichten autoverzekeraars

Vier maanden zitten voor oplichten autoverzekeraars

(Rechtspraak) De Rechtbank Rotterdam veroordeelt een man die betrokken was bij verzekeringsbedrog en opzetwitwassen tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan...

Beroepsfout kost adviseur meer dan half miljoen

Beroepsfout kost adviseur meer dan half miljoen

(Rechtspraak) Het hof komt tot het oordeel dat [geïntimeerden] door de beroepsfout van de adviseur de kans hebben verloren om goed geïnformeerd over hun...

Adviseur aansprakelijk voor onderverzekering

Adviseur aansprakelijk voor onderverzekering

(Rechtspraak) Aansprakelijkheid van assurantietussenpersoon voor onderverzekering. Geen aansprakelijkheid voor rubriek bedrijfsschade omdat er geen sprake is van...

Eiser moet bewijzen dat hij met offerte had ingestemd

Eiser moet bewijzen dat hij met offerte had ingestemd

(Rechtspraak) Tussenpersoon verstrekt offerte voor uitbreiding verzekeringsdekking. Voordat de uitbreiding aanvaard is door de verzekeraar, ontstaat schade. Appellant...

Uitgemolken...

Uitgemolken...

(Rechtspraak) a.s.r. moet alsnog bijna 140.000 aan verzekeringspenningen betalen aan een melkveebedrijf uit hoofde van de aansprakelijkheidsverzekering. De vergoeding...

Eiser gaat nat bij rechtbank

Eiser gaat nat bij rechtbank

(Rechtspraak) In deze procedure staat centraal de vraag of er dekking onder de polis bestaat voor de schade die is ontstaan doordat het dak van een gebouw van Marop...

Fout kost Univé en Marsh bijna twee miljoen

Fout kost Univé en Marsh bijna twee miljoen

(Rechtspraak) De rechter laat Univé Stad en Land en Marsh ruim 1,8 miljoen euro vergoeden na een fout waardoor een bedrijf een deel van zijn verzekeringsdekking...

WAM-verzekeraar mag schade aan politieauto verhalen op wegrijder

WAM-verzekeraar mag schade aan politieauto verhalen op wegrijder

(Rechtspraak) De WAM-verzekeraar zoekt verhaal op de verzekeringnemer voor de uitgekeerde schade aan een auto van de politie. De schade is ontstaan bij het klemrijden...