TVM mocht polis niet per direct opzeggen
(Rechtspraak) Verzekeraar zegt verzekeringsovereenkomst met onmiddellijke ingang op omdat verzekerde ten onrechte schade heeft geclaimd/niet aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep is inderdaad sprake van schending van de informatieverplichting. De opzegging met onmiddellijke ingang is echter niet rechtsgeldig omdat de bepaling uit de verzekeringsvoorwaarden waarop de verzekeraar zich beroept vernietigbaar is vanwege strijd met artikel 7:940 lid 3 BW.
Het hof: “Een verzekeraar kan een verzekeringsovereenkomst in beginsel niet tussentijds opzeggen. Artikel 7:940 lid 3 BW bepaalt echter dat een verzekeraar wel de bevoegdheid kan bedingen om de overeenkomst tussentijds op te zeggen. Die bevoegdheid zal de verzekeraar dan regelen in een beding in de verzekeringsvoorwaarden.
“Artikel 7:940 lid 3 BW stelt enkele voorwaarden aan zo’n beding. Het moet, voor zover hier van belang, allereerst de gronden vermelden voor een tussentijdse opzegging, er geldt vervolgens een opzegtermijn van twee maanden (tenzij de grond voor de opzegging is dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet tot misleiding) en aan de verzekeringsnemer is een gelijke bevoegdheid tot opzegging toegekend.
“Het hof stelt vast dat artikel 2 onder 7 niet aan deze voorwaarden voldoet (enkele andere opzeggingsmogelijkheden van artikel 2 overigens ook niet, maar dat terzijde). Allereerst biedt de bepaling TVM de bevoegdheid om bij iedere overtreding van de bepalingen van de verzekeringsvoorwaarden de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Deze bevoegdheid is ten onrechte niet beperkt tot situaties van handelen met het opzet tot misleiding. Bovendien heeft de verzekeringnemer niet een vergelijkbare mogelijkheid tot opzegging met onmiddellijke ingang. Artikel 2 onder 7 van de verzekeringsvoorwaarden is dan ook in strijd met artikel 7:940 lid 3 BW.
“Artikel 7:490 lid 3 BW is op grond van artikel 7:943 lid 2 BW in die zin van dwingend recht dat er niet ten nadele van de verzekeringnemer van mag worden afgeweken. De bepaling strekt dus ter bescherming van één van partijen, zodat een beding dat afwijkt van deze bepaling niet nietig maar vernietigbaar is (artikel 3:40 lid 2 BW). Het beroep van [appellant] op de vernietigbaarheid van artikel 2 onder 7 van de verzekeringsvoorwaarden slaagt dan ook.
“Uit het voorgaande volgt dat TVM zich niet op artikel 2 onder 7 van de verzekeringsvoorwaarden kan beroepen, zodat dit beding geen deugdelijke grondslag biedt voor de opzegging met onmiddellijke ingang van de verzekeringsovereenkomst. Een andere grondslag voor de opzegging heeft TVM niet aangevoerd. Zij heeft volstaan met de stelling dat zij de overeenkomst met [appellant] per direct mocht opzeggen omdat [appellant] bewust relevante informatie heeft verzwegen, maar zij heeft niet onderbouwd waarom dat zo is, welke contractuele of wettelijke bepaling haar die bevoegdheid verleent.
“De conclusie is dan ook dat TVM de overeenkomst met [appellant] niet met onmiddellijke ingang mocht opzeggen, en dit niet vanwege het feit dat [appellant] zijn verplichtingen uit de overeenkomst wel is nagekomen (dat is hij dus niet), maar omdat de verzekeringsvoorwaarden geen deugdelijke grondslag boden voor een opzegging (met onmiddellijke ingang).”
Reactie toevoegen
Meer over
Alleen gemiddelde tuin gedekt op opstalpolis
(Rechtspraak) Wanneer wordt gekeken naar wat in het normale spraakgebruik onder een tuin behorende bij een woning wordt verstaan, doemt daarbij naar het oordeel...
Verzekeraar moet reden geven voor opzegging schadeverzekering tegen einddatum
(Kifid-uitspraak GC 2025-0111) Een verzekeraar mag een schadeverzekering tegen de afgesproken einddatum opzeggen mits de wettelijke opzegtermijn van twee maanden...
Vier maanden zitten voor oplichten autoverzekeraars
(Rechtspraak) De Rechtbank Rotterdam veroordeelt een man die betrokken was bij verzekeringsbedrog en opzetwitwassen tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan...
Beroepsfout kost adviseur meer dan half miljoen
(Rechtspraak) Het hof komt tot het oordeel dat [geïntimeerden] door de beroepsfout van de adviseur de kans hebben verloren om goed geïnformeerd over hun...
Adviseur aansprakelijk voor onderverzekering
(Rechtspraak) Aansprakelijkheid van assurantietussenpersoon voor onderverzekering. Geen aansprakelijkheid voor rubriek bedrijfsschade omdat er geen sprake is van...
Eiser moet bewijzen dat hij met offerte had ingestemd
(Rechtspraak) Tussenpersoon verstrekt offerte voor uitbreiding verzekeringsdekking. Voordat de uitbreiding aanvaard is door de verzekeraar, ontstaat schade. Appellant...
(Rechtspraak) a.s.r. moet alsnog bijna 140.000 aan verzekeringspenningen betalen aan een melkveebedrijf uit hoofde van de aansprakelijkheidsverzekering. De vergoeding...
(Rechtspraak) In deze procedure staat centraal de vraag of er dekking onder de polis bestaat voor de schade die is ontstaan doordat het dak van een gebouw van Marop...
Fout kost Univé en Marsh bijna twee miljoen
(Rechtspraak) De rechter laat Univé Stad en Land en Marsh ruim 1,8 miljoen euro vergoeden na een fout waardoor een bedrijf een deel van zijn verzekeringsdekking...
WAM-verzekeraar mag schade aan politieauto verhalen op wegrijder
(Rechtspraak) De WAM-verzekeraar zoekt verhaal op de verzekeringnemer voor de uitgekeerde schade aan een auto van de politie. De schade is ontstaan bij het klemrijden...