Ken je vak! Leren van Kifid-uitspraken
(Ken je vak! VVP 5-2023) De uitspraken van Kifid bevatten regelmatig leermomenten voor financieel adviseurs. In elk nummer vat VVP een aantal relevante uitspraken samen.
Een goed begin is het halve advieswerk
ZORGPLICHT – De consumenten hebben zich op 19 oktober 2022 tot de adviseur gewend voor advies over de financieringsmogelijkheden voor de aankoop van een kavel en de bouw van een woning daarop. De adviseur heeft diezelfde dag een advies uitgebracht en een financieringsopzet op - gemaakt. Volgens de adviseur paste de bouw/-inrichting van de woning binnen het budget van de consumenten. Achteraf bleek dit niet zo te zijn. De Geschillencommissie oordeelt dat de adviseur tekort is geschoten in zijn zorgplicht omdat hij onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn verplichting om alle kosten/uitgaven voor het bouwproject te inventariseren. Indien hij dit aan het begin van het adviestraject zou hebben gedaan, dan was het hem duidelijk geweest dat er onvoldoende budget was om dit project goed af te kunnen ronden. De commissie oordeelt dat de klacht gegrond is en wijst de vordering (34.255 euro) toe. – Uitspraak GC 2023-0736
Adviseur struikelt over WhatsApp
ZORGPLICHT – De adviseur verweert zich – vergeefs - als volgt: de op dracht van de consument tot het wijzigen van de rente is niet via de ge-bruikelijke wijze – per e-mail – bij hem binnengekomen, maar via What sApp. Hierdoor is de verwerking niet via de gebruikelijke wijze verlopen en is het verzoek van omzetting van de rente verzonden naar de kredietverstrekker zonder het vereiste handtekeningenformulier. Van de kredietverstrekker mag echter verwacht worden dat zij contact zou opnemen met de consument op het moment dat bleek dat het handtekeningenformulier ontbrak. Als de kredietverstrekker dat had gedaan, was het verzoek niet blijven liggen. De schuld ligt daarom niet geheel bij de adviseur, maar ook bij de kredietverstrekker.
De Geschillencommissie ziet het toch echt anders. De commissie oordeelt dat de adviseur onzorgvuldig heeft gehandeld en gehouden is de schade die hierdoor is ontstaan te vergoeden. De consument vordert vergoeding van het verschil tussen de variabele rente schade die zij lijdt door-dat de rente niet voor een periode van vijftien jaar is vastgezet op 1,59 procent, en de huidige rente bij een rentevaste periode van vijftien jaar, door haar begroot op in totaal 75.450 euro. – Tussenuitspraak GC 2023-0726A
Geen zelfstandige zorgvuldigheidstoets
BEOORDELINGSKADER – SEO Economisch Onderzoek hield bij de jong-ste evaluatie van Kifid een pleidooi voor een zelfstandige zorgvuldigheids - toets door Kifid. Die toets komt er – na overleg met stakeholders – niet. Kifid handhaaft het huidige beoordelingskader, waarin de financieel toe zichtrechtelijke zorgvuldigheidstoets onderdeel is van de privaatrechtelijke zorgvuldigheidstoets.
Kifid: “Financiële instellingen hebben wettelijke zorgplichten. Van oudsher zijn het zorgplichten uit het privaatrecht, vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW). Tegenwoordig maken zorgplichten ook deel uit van publiekrecht. Ze zijn te vinden in de financiële toezichtregels, zoals de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen. Er is een dubbel normenstelsel van zorg - plichten ontstaan waarmee financiële dienstverleners rekening moeten houden.
“Kifid beoordeelt klachten van consumenten en kleinzakelijke onder - nemers naar Nederlands recht. Kifid past daarbij het privaatrecht toe met inachtneming van het publiekrecht. Anders gezegd: in de uitspraken van Kifid maakt de publiekrechtelijke zorgvuldigheidstoets deel uit van de pri - vaatrechtelijke toets of een financiële dienstverlener zich aan zijn bijzon dere zorgplicht tegenover de consument of kleinzakelijke ondernemer heeft gehouden.”
Geen smartengeld
IMMATERIËLE SCHADEVER GOEDING – De consumenten hebben aangevoerd dat zij door het handelen van de adviseur veel stress hebben ervaren en het voor onrust heeft gezorgd tijdens hun vakantie waardoor zij daar minder van hebben kunnen genieten. Zij vorderen immateriële schade (smartengeld). Maar immate - riële schade komt in beginsel pas voor vergoe ding in aanmerking als zich een situatie voor-doet in artikel 6:106 BW. Kort samengevat gaat het om de volgende situaties: (a) de aansprakelijke persoon heeft het nadeel opzettelijk toegebracht, (b) de benadeelde heeft lichamelijk letsel, is in zijn eer of goede naam geschaad of op andere wijze in zijn persoon aangetast of (c) de nagedachtenis van een overledene is aangetast. Degene die het smartengeld vordert moet met concrete gegevens onderbouwen dat zich een van deze situaties heeft voorgedaan. De consumenten hebben geen feiten of omstandigheden genoemd waaruit volgt dat een van de genoemde situaties in dit geval van toepassing is. – Uitsp aak GC 2023-0686
Uitleg in voordeel consument
UITLEG POLISVOORWAARDEN – Voor de uit-leg van polisvoorwaarden kijkt Kifid naar de objectieve factoren, doel en functie van de verzekering en de zogenoemde contra proferentem-regel. Dit laatste betekent dat als een polisvoorwaarde voor meerdere uitleg vatbaar is, de voor de verzekeringnemer meest gunstige uitleg geldt.
Volgens de consumenten in deze klachtzaak is de schade ‘onvoorzien en onverwacht’ omdat er sprake was van een ongeluk. Zij hebben de kraan per ongeluk open laten staan, maar dat niet gemerkt omdat het water was afgesloten; zij hebben er geen rekening mee gehouden dat het water later weer uit de kraan zou gaan stromen en dat daarom de stop uit de gootsteen moest worden gehaald.
Alles afwegende ziet de Commissie van Beroep onvoldoende objectieve aanknopingspunten om de begrippen ‘onvoorzien en onverwacht’ zo strikt uit te leggen dat schade als gevolg van eigen schuld onder de voorwaarden van deze verzekering niet gedekt zou zijn. Nu de voorwaarde waar de verzekeraar zich op beroept voor meerdere uitleg vatbaar is, geldt volgens de contra proferentem-regel de voor de consument meest gunstige uitleg. Wanneer de verzekeraar ‘onvoorzien en onverwacht’ strikter wil toepassen, dan zal zij haar voorwaarden op dit punt moeten aanpassen en verduidelijken. – Uitspraken GC 2022-1016 en CvB 2023-0032
Reactie toevoegen
Meer over
Waterschade doordat muren vocht doorlaten was niet gedekt
(Kifid-uitspraak GC 2024-0843) Waterschade na vochtdoorlating (buiten)muren. Tussen partijen staat ter discussie of de verzekeraar op basis van de voorwaarden de...
Adviseur moet onderzoek doen naar bestaande hypothecaire lening
(Kifid-uitspraak GC 2024-0839) De consumenten hebben zich in verband met de financiering van hun nieuwe woning tot de adviseur gewend. Ze wilden hun lopende hypothecaire...
(Kifid-uitspraak GC 2024-0832) De adviseur heeft zijn zorgplicht jegens de consument geschonden, doordat onvoldoende aannemelijk is geworden dat hij heeft gewezen...
(Kifid-uitspraak GC 2024-0834) De consument heeft bij het verplaatsen van een plantenpot de bijbehorende onderzetter vergeten mee te verplaatsen. Hierdoor is schade...
Adviseur had termijn ontbindende voorwaarde moeten bewaken
(Kifid-uitspraak GC 2024-0823) De Geschillencommissie is in dit geval van oordeel dat sprake is geweest van tekortkomingen aan de kant van de adviseur. Onder andere...
VVP 4-2024: leren van Kifid-uitspraken Hypotheken
(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 4-2024) Powered by NVHP Niet voor klachten over diensten als aankoopkoopmakelaar HYPOTHEKEN –...
Consument hoeft niet drie uur te rijden om bagage veilig op te bergen
(Kifid-uitspraak GC 2024-0804) Naar het oordeel van de Geschillencommissie heeft de consument aangetoond dat bij de stop aan het strand van Malaga geen andere veilige...
Verzekeraar moet verzekerde meenemen in afhandeling schade
(Kifid-uitspraak GC 2024-0798) De verzekeraar heeft de consument niet meegenomen bij de afwikkeling van de schade en de beoordeling van de aansprakelijkheid. In...
Bij weigeren dekking verwijzen naar relevante bepalingen
(Kifid-uitspraak GC 2024-0784) De Geschillencommissie is van mening dat een verzekeraar die dekking weigert aan een verzekerde, daarbij een concrete koppeling met...
Afzien van ORV komt consument duur te staan
(Kifid-uitspraak GC 2024-0774) De consument heeft in het verleden met zijn echtgenote een aflossingsvrije hypothecaire geldlening afgesloten bij de bank met een...