Adviseur kan opzegging nazorgovereenkomst niet weigeren

Overleg klant document via Pixabay

Een financieel adviseur kan het opzeggen van een nazorgovereenkomst door een consument niet uitsluiten, zo concludeert de Geschillencommissie van Kifid uitspraak GC 2020-017.

De Commissie: "Sluit de consument met een financieel adviseur een overeenkomst voor nazorg die verder gaat dan de wettelijke nazorgplicht, dan is dat een ‘overeenkomt van opdracht’. Voor een dergelijk contract geldt dat partijen dat kunnen opzeggen met inachtneming van een redelijke opzegtermijn. De Geschillencommissie concludeert dan ook dat uitsluiting van het opzeggen van de beheerovereenkomst niet houdbaar is. Deze bepaling in de ‘opdracht van dienstverlening’ mag niet worden toegepast. De Geschillencommissie vindt in deze omstandigheden en bij het ontbreken van een opzegtermijn in de beheerovereenkomst een opzegtermijn van één maand redelijk. De overeenkomst waarvoor beheerkosten in rekening worden gebracht is per 20 september 2017 geëindigd; dat is een maand na de opzegging door de consument. De financieel adviseur moet de in rekening gebrachte beheerkosten vanaf 20 september 2017 aan de consument terugbetalen. In totaal komt dit neer op zo’n 300 euro."

Onderscheid

De Geschillencommissie maakt een onderscheid tussen de wettelijke nazorgplicht en meeromvattende nazorg, waarover een financieel adviseur en zijn klant onderling afspraken kunnen maken. Voor de wettelijke nazorg mag de financieel adviseur geen kosten in rekening brengen. Op grond van de Wft is de adviseur verplicht in het kader van doorlopende nazorg de consument te informeren over belangrijke wijzigingen in de informatie, zoals gegeven bij het eerste advies of de bemiddeling. Deze wettelijke nazorg is beperkter dan de extra nazorg waarover partijen een overeenkomst kunnen sluiten.

Met de beëindiging van de ‘opdracht van dienstverlening’ eindigt nadrukkelijk niet de wettelijke nazorgplicht van de financieel adviseur, waarvoor de adviseur geen kosten in rekening mag brengen.

De Geschillencommissie wijst in haar uitspraak op de mogelijkheid dat de financieel adviseur met betrokken financiële dienstverlener (meestal de bank of de verzekeraar) afspreekt dat de nazorgplicht bij de financiële dienstverlener komt te liggen. De wet op het financieel toezicht biedt hiervoor ruimte. Daarmee eindigt dan de relatie tussen adviseur en consument voor het betreffende financiële product en eindigt ook de wettelijke nazorgplicht van de adviseur tegenover de betrokken consument.

Reactie toevoegen

 
Geldverstrekker hoefde notariskosten niet te vergoeden in erfpachtkwestie

Geldverstrekker hoefde notariskosten niet te vergoeden in erfpachtkwestie

(Kifid-uitspraak GC 2024-0237) De Geschillencommissie is van oordeel dat het beleid van de kredietverstrekker om - bij omzetting naar eeuwigdurend recht van erfpacht...

Adviseur heeft geen resultaatsverplichting

Adviseur heeft geen resultaatsverplichting

(Kifid-uitspraak GC 2024-0240) De financieringsaanvraag van de consumenten is door de geldverstrekker afgewezen omdat het onderpand niet paste binnen de acceptatievoorwaarden....

Verzekeraar eiste terecht alle originele selutels

Verzekeraar eiste terecht alle originele selutels

(Kifid-uitspraak GC 2024-0242) De verzekeraar heeft dekking afgewezen voor de diefstal van de camperbus van de consument, omdat hij niet alle originele sleutels...

Adviseur wees onvoldoende op risico's overbruggingskrediet

Adviseur wees onvoldoende op risico's overbruggingskrediet

(Kifid-tussenuitspraak GC 2024-231A) De Geschillencommissie is van oordeel dat de adviseur de consumenten in de gegeven omstandigheden onvoldoende heeft gewezen...

Geen recht op contra-expertise schade tegenpartij

Geen recht op contra-expertise schade tegenpartij

(Kifid-uitspraak GC 2024-0206) De consument wil dat de verzekeraar een contra-expert inschakelt om de schade van de tegenpartij te beoordelen. De verzekeraar heeft...

Geschillencommissie spoelt argumenten verzekeraar door

Geschillencommissie spoelt argumenten verzekeraar door

(Kifid-uitspraak GC 2024-0205) Consument 1 heeft een tuinslang aangesloten op de mengkraan in de keuken. Met de tuinslang heeft hij het balkon schoongemaakt. Vervolgens...

In hoeverre is bewijs vereist van strafbaar gedrag?

In hoeverre is bewijs vereist van strafbaar gedrag?

Rabobank mag toch beroep instellen tegen uitspraak 2023-0920 van de Geschillencommissie Kifid. De voorzitter van de Commissie van Beroep: "De uitspraak van de Geschillencommissie...

Laatste woord over ‘duurzame drager’ in Mijn-omgeving nog niet gezegd

Laatste woord over ‘duurzame drager’ in Mijn-omgeving nog niet gezegd

Vanwege het principiële karakter mag Achmea toch beroep aantekenen tegen Kifid-uitspraak GC 2023-0988, waarin de Geschillencommissie oordeelt dat het verstrekken...

Consument moet kennis kunnen nemen van voorwaarden

Consument moet kennis kunnen nemen van voorwaarden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0157) De Geschillencommissie is van oordeel dat de consument namens de VvE onvoldoende kennis heeft kunnen nemen van de verzekeringsvoorwaarden....

Struikelen over je eigen voeten is niet onrechtmatig

Struikelen over je eigen voeten is niet onrechtmatig

(Kifid-uitspraak GC 2024-0161) De Geschillencommissie overweegt dat een gedraging pas onrechtmatig is wanneer de mate van waarschijnlijkheid van schade zo groot...