Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen

Hypotheek rekenmachine via Pixabay

(Kifid-uitspraak GC 2023-0162) Het is de adviseur (Advitas) naar het oordeel van de Geschillencommissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of zo spoedig mogelijk na het adviesgesprek heeft geïnformeerd dat hij niet kon bemiddelen voor de door de consument gewenste geldverstrekker en dat hij de overeengekomen opdracht niet is nagekomen.

De door de consument gestelde schade van 0,3 procent over de hoofdsom van 230.000 euro over een periode van 25 jaar wordt gerekend vanaf 2 februari 2022 toegewezen.

De consument is telefonisch benaderd voor een adviesgesprek over zijn hypotheek. Op 24 november 2021 heeft de adviseur hem bezocht. Toen hebben partijen besproken om de hypotheek van de consument bij een andere bank onder te brengen. Er is een overeenkomst van opdracht ondertekend, de consument ontving daarvan geen exemplaar. Toen de consument op 12 januari 2022 zelf met de adviseur contact opnam omdat hij nog niets had vernomen, werd hem verteld dat de adviseur niet kan bemiddelen voor de door hem uitdrukkelijk gewenste geldverstrekker.

Het is de adviseur naar het oordeel van de commissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of kort na het adviesgesprek heeft geïnformeerd dat hij niet kon bemiddelen voor de door de consument genoemde geldverstrekker en dat hij de overeengekomen opdracht niet is nagekomen.

Documentatie vernietigd

De commissie: “Volgens de consument is in het adviesgesprek van 24 november 2021 afgesproken dat zijn bestaande hypothecaire geldlening met een hoofdsom van 230.000 euro zou worden overgesloten naar een door hem genoemde geldverstrekker tegen een rente van 1,5 procent. De adviseur betwist dit. De commissie passeert dit verweer.

“Op de adviseur als professionele dienstverlener rust een verzwaarde motiveringsplicht als het gaat om te onderbouwen welke afspraken de consument en de adviseur hebben gemaakt. Het gaat daarbij immers om de overeenkomst van opdracht waarvan de consument geen afschrift is verstrekt en die zich daarmee dus in het domein van de adviseur bevond.

“Deze verzwaarde motiveringsplicht betekent dat de adviseur ter motivering van zijn betwisting van de stellingen van de consument voldoende feitelijke gegevens, zoals de overeenkomst van opdracht of notities van het adviesgesprek, moet verstrekken om de consument aanknopingspunten te verschaffen voor een eventuele bewijslevering. De adviseur heeft die documenten niet overgelegd. Naar eigen zeggen heeft hij alle documentatie in dit dossier op verzoek van de consument vernietigd. Als de adviseur dit verzoek al van de consument heeft ontvangen, dan laat dit zijn verantwoordelijkheid onverlet om overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:10 lid 1 BW op zodanige wijze een administratie te voeren en daartoe behorende bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en plichten kunnen worden gekend. Daarbij komt dat in het e-mailbericht van de adviseur aan de consument van 13 januari 2022 wel staat dat hij het dossier heeft vernietigd, maar niet dat hij dit op verzoek van de consument heeft gedaan.”

Schadeberekening

De schadeberekening van de consument heeft de adviseur niet betwist, zodat de hoogte van de schade vaststaat. De adviseur is aansprakelijk voor de door de consument gevorderde schade. De klacht van de consument is gegrond, zijn vordering wordt toegewezen.

De commissie: “Dat de consument dankzij de informatie van de adviseur op de hoogte was van de besparingsmogelijkheden laat onverlet dat de adviseur aansprakelijk is voor de schade door een tekortkoming in de uitvoering van de door hem geaccepteerde opdracht. De schadeberekening van de consument heeft de adviseur niet betwist, zodat de hoogte van de schade vaststaat. De adviseur is aansprakelijk voor de door de consument gevorderde schade. De commissie gaat bij de vaststelling van de schade uit van de door de adviseur genoemde gebruikelijke periode van tien weken tussen het adviesgesprek en het oversluiten van de hypotheek, zodat de consument dan vanaf 2 februari 2022 een lagere rente zou zijn gaan betalen. De door de consument gestelde schade van 0,3 procent over de hoofdsom van 230.000 euro over een periode van 25 jaar zal daarom gerekend vanaf 2 februari 2022 worden toegewezen.”

Reactie toevoegen

 

Reacties

Albert van der Poll - Van der Poll Financiële Diensten 10 maart 2023

Met gezond boerenverstand zou je je kunnen afvragen waarom een adviseur zou afspreken dat hij de aanvraag bij een geldverstrekker zal doen waar hij niet over kan beschikken? Wat zou het nut of voordeel daarvan zijn? Een tijdje terug was er ook al zo'n zaak waarin de adviseur zou hebben gezegd dat WW geen bezwaar was voor een hypotheekaanvraag. Dan krijg je hetzelfde, waarom zou je dat soort dingen zeggen? Het blijven voor een leek moeilijk te volgen uitspraken.

Arnoud Bosch - VDAB-Talent 9 maart 2023

Met belangstelling heb ik gelezen de Kifid uitspraak over 0,3% verschil in de overeenkomst mbt hypotheek. Dat Kifid de schade toekent dat roept toch vraagtekens op: a) Waarom 25 jaar maal 0,3% b) Niet is weergegeven of het een annuïteiten hypotheek is of aflossingsvrije hypotheek. c) Hoe lang en over welk bedrag nog hypotheek rente aftrek aanwezig zal zijn. Concreet: Het is niet duidelijk wat voor soort hypotheek het een aflossingsvrij of annuïteiten is. Verder is de volgende vraag waaruit blijkt dat de hypotheek echt 25 jaar zal bestaan? Omdat de kans van vooroverlijden cq verhuizen niet is weergegeven. Ook is niet het belasting voordeel gedurende de aangehaalde periode weergegeven. Zonder het beantwoorden van de bovengenoemde vragen is de afweging van Kifid uitspraak niet inzichtelijk gemaakt.

Paul Schoo - Platter-Schoo FD 9 maart 2023

"Op de adviseur als professionele dienstverlener rust een verzwaarde motiveringsplicht als het gaat om te onderbouwen welke afspraken de consument en de adviseur hebben gemaakt." Dit is zo glad ijs. Ik denk niet dat veel rechters daar in mee gaan. De consument kan wel van alles roepen.

Hypotheekadviseur voerde onvoldoende regie

Hypotheekadviseur voerde onvoldoende regie

(Kifid-uitspraak GC 2024-0118) De consumenten hebben de adviseur ingeschakeld voor advies en bemiddeling inzake het oversluiten van hun bestaande hypothecaire geldlening....

Toezegging van dekking weegt zwaarder dan voorwaarden

Toezegging van dekking weegt zwaarder dan voorwaarden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0109) De Geschillencommissie oordeelt dat de verzekeringsvoorwaarden geen recht geven op dekking, maar dat de consument uit het telefoongesprek...

Consumenten wisten niet dat zij overeenkomst tot opdracht ondertekenden

Consumenten wisten niet dat zij overeenkomst tot opdracht ondertekenden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0111) Met toepassing van de wettelijke bewijsregels oordeelt de Geschillencommissie dat de adviseur onvoldoende heeft bewezen dat de consumenten...

Geheugenverlies klager wil er bij Geschillencommissie niet in

Geheugenverlies klager wil er bij Geschillencommissie niet in

(Kifid-uitspraak GC 2024-0106) Met de verzekeraar is de Geschillencommissie van oordeel dat de consument heeft geprobeerd de verzekeraar opzettelijk te misleiden...

Volgende verzekeraar struikelt over 'duurzame informatiedrager'

Volgende verzekeraar struikelt over 'duurzame informatiedrager'

(Kifid-uitspraak GC 2024-0101) De Geschillencommissie heeft ambtshalve getoetst aan de Richtlijn betreffende verkoop op afstand van financiële diensten aan...

Commissie van Beroep laat verzekeraar tuinschade alsnog vergoeden

Commissie van Beroep laat verzekeraar tuinschade alsnog vergoeden

(Kifid-uitspraak CvB 2024-0007) De consument heeft twee akkoordverklaringen ondertekend, voor schade aan de inboedel en voor schade aan opstal en tuin. Daarna heeft...

Zorgplichtclaims bij hypotheken keren

Zorgplichtclaims bij hypotheken keren

(Richard Meinders, SVC Groep, in VVP 6-2023) Ik verwacht de komende jaren meer claims en rechtszaken waarbij de adviseur verantwoordelijk wordt gehouden voor het...

Kifid: registratie van persoonsgegevens niet standaard acht jaar

Kifid: registratie van persoonsgegevens niet standaard acht jaar

De Commissie van Beroep van Kifid oordeelt in een dinsdag gepubliceerde uitspraak dat de bank bij registratie van persoonsgegevens niet standaard mag uitgaan van...

Geen disculperende stilstand

Geen disculperende stilstand

(Kifid-uitspraak GC 2024-.0061) De consument is betrokken geweest bij een aanrijding met een scooterrijder. Hij is van mening dat de scooterrijder, verzekerde van...

ORV splijt ex-partners

ORV splijt ex-partners

(Kifid-uitspraak GC 2024-0062) Consument is het niet eens met het feit dat zijn ex-echtgenote een overlijdensrisicoverzekering op zijn leven heeft gesloten. Hij...