Één procent, punt…

Procentteken

(Kifid-uitspraak GC2021-0631)De consumenten hebben een hypothecaire geldlening met bouwdepot afgesloten bij de geldverstrekker (a.s.r.). In de offerte is opgenomen dat over het saldo in het bouwdepot een rentevergoeding wordt betaald die 1 procent lager is dan de rente die de consumenten voor de lening betalen. De consumenten stellen dat zij dat zo hebben begrepen dat met 1 procent lager wordt bedoeld één honderdste van het rentepercentage lager, in plaats van één procentpunt lager. De Geschillencommissie is van oordeel dat de lezing van de consumenten verdedigbaar is. Nu er onduidelijkheid bestaat over de betekenis van de bepaling, prevaleert de meest gunstige uitleg voor de consumenten op grond van het contra proferentem beginsel. De vordering wordt toegewezen.

De commissie: “De lezing van de consumenten is verdedigbaar nu 1 procent lager dan de rente die voor de lening wordt betaald kan worden begrepen als één procentpunt lager, maar met een strikt taalkundige uitleg ook als één honderdste van het rentepercentage lager. Daarbij is mede van belang dat de consumenten bij andere aanbieders hebben gezien dat de rentevergoeding veelal gelijk is aan de rente die over de lening wordt betaald, zodat een minieme afwijking van 0,021 procentpunt hen logisch is voorgekomen.

“Dat in de door de geld-verstrekker aangehaalde uitspraak van de Geschillencommissie met nummer 2021-0095 wordt gesproken van “1 procent lager” en daarmee 1 procentpunt is bedoeld, is geen relevante omstandigheid. Bepalend is immers de zin die partijen redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen. Het is niet gebleken dat de consumenten op de hoogte waren van de uitspraak. Bovendien neemt het gebruik van het begrip 1 procent lager in de uitspraak niet weg dat er discussie kan bestaan over de betekenis van de onderhavige bepaling.

“De geldverstrekker had eventuele misverstanden eenvoudigweg kunnen voorkomen door bijvoorbeeld een voorbeeld op te nemen. Nu de geldverstrekker dat niet heeft gedaan, bestaat onduidelijkheid over de betekenis van de bepaling. (…) Dat de consumenten of hun financieel adviseur volgens de geldverstrekker vragen hadden moeten stellen bij onduidelijkheden, maakt het voorgaande niet anders. De bepaling was voor de consumenten bij aanvang van de overeenkomst niet onduidelijk. Voor het stellen van vragen bestond daarom geen aanleiding.”

Reactie toevoegen

 
Ontevreden klant moet toch deel adviesvergoeding betalen

Ontevreden klant moet toch deel adviesvergoeding betalen

(Kifid-uitspraak GC 2023-939) De consument heeft op een gegeven moment zijn contacten met de adviseur beëindigd en via een andere hypotheekadviseur een financiering...

Vragen schadeverleden gelden iedereen die belang heeft bij verzekering

Vragen schadeverleden gelden iedereen die belang heeft bij verzekering

(Kifid-uitspraak GC 2023-0933) De consument heeft nadat er brand is uitgebroken een beroep gedaan op zijn woonhuisverzekering. Door de verzekeraar is de schadeclaim...

Adviseur moet nagaan of polis correct is opgemaakt

Adviseur moet nagaan of polis correct is opgemaakt

(Kifid-uitspraak GC 2023-0919) Bij het afsluiten van een verzekering moet de tussenpersoon de aspirant-verzekeringnemer informeren over de precieze economische gevolgen...

Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0912) De adviseur heeft voor de consumenten een aanvraag voor een hypothecaire geldlening ingediend bij een geldverstrekker. De consumenten...

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

Onzorgvuldigheid kost adviseur 20 mille

(Kifid-einduitspraak GC 2023-0726B) In de tussenuitspraak heeft de Geschillencommissie geoordeeld dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door na te laten...

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

Leren van Kifid-uitspraken hypotheken VVP 6-2023

(Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken, Ken je vak! VVP 6-2023) Reikwijdte advies bij nieuwbouw HYPOTHEKEN – De consumenten wenden zich op enig moment...

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

Inbouwkookplaat is opstal, geen inboedel

(Kifid-uitspraak GC 2023-0909) Door een gevallen olijffles is er schade ontstaan aan de inbouwkookplaat van de consumenten. De verzekeraar dekt deze schade niet...

Geen schade ondanks premiestijging

Geen schade ondanks premiestijging

(Kifid-uitspraak GC 2023-0893) De verzekeraar heeft de consumenten pas geruime tijd na de renteverlaging van de hypotheek geïnformeerd dat ook de rentevergoeding...

Geen recht op duurzaamheidskorting

Geen recht op duurzaamheidskorting

(Kifid-uitspraak GC 2023-0894) De consument en zijn (inmiddels ex-)partner hebben in 2020 bij Florius een hypothecaire geldlening afgesloten met een rentevastperiode...

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de...