Kifid: klacht over registratie deels niet-behandelbaar deels gegrond

Fietsers (race) algemeen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0587) De consument heeft een klacht ingediend over de registratie van zijn persoonsgegevens in het EVR door Nationale-Nederlanden Schade. De klacht is te laat ingediend en dus niet behandelbaar, maar de Geschillencommissie doet wel uitspraak over de proportionaliteit van de duur van de registratie. Ten aanzien hiervan is de commissie van oordeel dat de duur van de registratie in het Incidentenregister en het EVR van 8 jaar niet proportioneel is en moet worden aangepast naar 6 jaar.

Per 1 februari 2018 heeft de consument via Volmachtkantoor Nederland bij SNS Reaal een doorlopende reisverzekering gesloten. Per 1 januari 2021 is SNS Reaal opgehouden te bestaan door een fusie met Nationale-Nederlanden. In juni 2019 heeft de consument deelgenomen aan het fietsevenement ‘The Ride’. Tijdens dit evenement is de trapas van de fiets van de consument afgebroken, waardoor de consument is gevallen. Ook de carbonwielen van de fiets bleken beschadigd te zijn.

De consument heeft vervolgens een beroep gedaan op zijn verzekering voor vergoeding van de schade aan zijn fiets en vergoeding van de annuleringskosten die hij heeft gemaakt omdat hij niet kan deelnemen aan The Dolomites Ride en Tour for Life als gevolg van de val in juni 2019. Bij brief van 16 augustus 2019 heeft de verzekeraar de consument geïnformeerd dat de schade als gevolg van de annuleringen is verzekerd en dat de verzekeraar een bedrag van 1.500 euro aan hem uitkeert.

Vanwege de bevindingen bij de claimbehandeling heeft de verzekeraar in samenspraak met twee andere verzekeraars op 30 augustus 2019 Dekra opdracht verstrekt om een toedrachtonderzoek uit te voeren. Uit het onderzoek van Dekra is gebleken dat verzekerde opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. Op grond hiervan heeft Nationale-Nederlanden de consument bij brief van 12 november 2019 geïnformeerd dat de claim is afgewezen, de verzekering wordt beëindigd, de onderzoekskosten en de uitkering worden teruggevorderd, een melding bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit wordt gedaan en de persoonsgegevens van de consument voor de duur van 8 jaar in het Incidentenregister en Externe Verwijzingsregister (hierna: EVR) worden opgenomen. Tijdens de digitale zitting is gebleken dat er ook sprake is van opname van de persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie voor de duur van 8 jaar.

Bij brief van 7 juli 2020 heeft de consument de verzekeraar gevraagd om verwijdering van zijn gegevens en betaling van de advocaatkosten. Diezelfde dag heeft de consument een correctieverzoek bij Stichting CIS ingediend. De verzekeraar heeft het verzoek beoordeeld en bij brief van 13 juli 2020 afgewezen.

In december 2022 heeft de consument opnieuw bij de verzekeraar geklaagd over de registratie en het afwijzend dekkingsstandpunt. De verzekeraar heeft in reactie daarop op 5 december 2022 verwezen naar de eerdere dekkingsstandpunten van 12 november 2019 en van 13 juli 2020 en daarbij de consument op Kifid gewezen.

De commissie stelt vast dat de consument voor het eerst op 21 november 2019 heeft geklaagd bij de verzekeraar over de registraties van zijn persoonsgegevens. Niet is gebleken dat de consument binnen één jaar nadat hij bij de
verzekeraar heeft geklaagd, ook bij Kifid een klacht heeft ingediend. De stelling van de consument dat hij in december 2019 een klacht bij Kifid heeft ingediend heeft hij niet met bewijsstukken onderbouwd en blijkt overigens ook niet uit de administratie van Kifid. Hieruit volgt dat de consument over dit klachtonderdeel, te weten de rechtmatigheid van de registraties, niet meer bij Kifid kan klagen.

Wel zegt de commissie te begrijpen dat de registratie nadelige gevolgen heeft of kan hebben voor de consument. Kifid: "Gelet op de feiten en omstandigheden van deze zaak weegt het belang van de financiële sector bij registratie van de persoonsgegevens van de consument in dit geval echter zwaarder dan het belang van de consument bij niet registreren van zijn persoonsgegevens. Zo maakt de omstandigheid dat de consument zich nu alleen bij De Vereende kan verzekeren en te maken krijgt met een hoge(re) premie, de registratie zelf niet disproportioneel."

Verder heeft de commissie bij de belangenafweging betrokken dat het op de weg van de consument had gelegen om de verzekeraar actief te informeren, nadat de rijwielhandelaar in samenspraak met de fabrikant van de fiets,
de consument voor wat betreft de schade aan de fiets schadeloos hadden gesteld. Ook had de consument moeten melden dat hij geen annuleringskosten heeft betaald voor The Ride Dolomites omdat zijn inschrijving naar volgend jaar is doorgeschoven. Tijdens de zitting heeft de consument er geen blijk van gegeven zich te realiseren dat hij op dit punt niet goed heeft gehandeld. Hij heeft juist ter zitting zijn claim gehandhaafd. Het belang van verzekeraar is dat herhaling van soortgelijke incidenten wordt voorkomen.

Uit de procesopstelling van de consument blijkt dat hij niet inziet dat hij fout heeft gehandeld, zodat het herhalingsgevaar nog aanwezig is. Verder heeft de commissie meegewogen dat de consument de onderzoekskosten die door de verzekeraar op hem zijn verhaald nog altijd niet betaald heeft. Anderzijds heeft de commissie acht geslagen op het feit dat een andere verzekeraar waarbij de consument eenzelfde claim heeft
ingediend tot een registratieduur van zes jaar is gekomen, welke registratieduur door de commissie proportioneel is bevonden.

De commissie is van oordeel dat ook in deze zaak een registratieduur van zes jaar proportioneel is. Ten overvloede merkt de commissie nog op dat het registreren van persoonsgegevens voor de maximale termijn van acht jaar slechts bedoeld is voor zeer ernstige vormen van frauduleus handelen, waarbij van de verzekeraar verlangd mag worden dat hij de keuze voor deze maximale registratietermijn onderbouwd met inachtneming van de wederzijds te respecteren belangen. De enkele verwijzing van de verzekeraar naar (oud) beleid is hiertoe onvoldoende.

Het EVR is gekoppeld aan het Incidentenregister. Dit brengt mee dat zolang registratie in het EVR terecht en proportioneel is, de gegevens ook in het Incidentenregister blijven staan. Gelet op het bovenstaande dient ook de registratie van de persoonsgegevens van de consument in het Incidentenregister te worden aangepast naar zes jaar, aldus de Geschillencommissie.

Reactie toevoegen

 
Kifid: alleen voorwaarden verstrekt via duurzame drager zijn rechtsgeldig

Kifid: alleen voorwaarden verstrekt via duurzame drager zijn rechtsgeldig

(Kifid- bindende uitspraak GC 2024-0125) Een verzekeraar (in dit geval Centraal Beheer) kan zich niet beroepen op een nieuwe voorwaarde in de verzekering als een...

Kifid: fraude bewezen, toch verkorting opname persoonsgegevens in EVR

Kifid: fraude bewezen, toch verkorting opname persoonsgegevens in EVR

(Kifid-uitspraak GC 2024-0007, bindend) Consumenten claimen in 2022 stormschade aan boeidelen aan de gevel van hun woning bij Nh1816. De verzekeraar heeft op basis...

Kifid: ook een premievrijmaking is een poliswijziging

Kifid: ook een premievrijmaking is een poliswijziging

(Kifid-uitspraak GC 2023-1009) Een consument is van mening dat het garantiekapitaal bij premievrijmaking op einddatum niet komt te vervallen. Aegon denkt daar anders...

Kifid: beide verkeersdeelnemers niet aansprakelijk voor ongeval

Kifid: beide verkeersdeelnemers niet aansprakelijk voor ongeval

(Kifid-mondelinge uitspraak GC 2023-0862, bindend) Bij een botsing tussen de consument en een tegenpartij is er discussie ontstaan of de weg waaruit de consument...

Kifid: lange doorlooptijd valt Rabobank niet te verwijten

Kifid: lange doorlooptijd valt Rabobank niet te verwijten

(Kifid-uitspraak GC 2023-0864, bindend) Consumenten verwijten de Rabobank een lange doorlooptijd waardoor een lager renteaanbod was verlopen. De Geschillencommissie...

Kifid: "Te laat klagen, vordering afgewezen"

Kifid: "Te laat klagen, vordering afgewezen"

(Kifid-uitspraak GC 2023-0780 (Bindend) Een consument voert tegen ING twee klachtonderdelen aan. Hij beklaagt zich over het verloop van het aanvraagtraject voor...

Kifid: consument grof nalatig, toch vergoeding

Kifid: consument grof nalatig, toch vergoeding

(Kifid-uitspraak GC 2023-0779, bindend) Een consument is slachtoffer geworden van afpersing waarbij derden de beschikking hebben gekregen over zijn bankpas, pincode...

Kifid: klacht tegen De Hypotheker Papendrecht ongegrond

Kifid: klacht tegen De Hypotheker Papendrecht ongegrond

(Kifid-uitspraak GC 2023-0757, Bindend) In verband met het naderende einde van de looptijd van één van de leningdelen van een hypotheek bij Obvion...

Kifid: Rabobank keurt ten onrechte creditcard-betaling af

Kifid: Rabobank keurt ten onrechte creditcard-betaling af

(Kifid-uitspraak GC 2023-0758, Bindend) De consument houdt een creditcard aan bij de Rabobank. Hij heeft een huurauto gereserveerd voor tijdens zijn vakantie in...

Kifid: geen tegenbewijs, geen aanvullende uitkering

Kifid: geen tegenbewijs, geen aanvullende uitkering

(Kifid-uitspraak GC 2023-0616) De consument heeft op 24 november 2021 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van Achmea Schade (Interpolis) in 2005 om geen verdere...