Kifid: verzekeraar dient kosten expliciet te vermelden

Kifid 2017 (deel logo)

(Kifid-uitspraak GC 2021-0963) Een consument stelt dat ASR Levensverzekering niet aan de informatieverplichting heeft voldaan betreffende een beleggingsverzekering in Waerdye eenheden, afgesloten in 200 en dat er met betrekking tot de overlijdensrisicodekking sprake is van een hefboom- en inteereffect. Volgens de Geschillencommissie Kifid kan van de consument niet worden verwacht dat hij rekening moest houden met door de verzekeraar niet genoemde kostensoorten, die dus ook niet stonden in de productdocumentatie. De verzekeraar dient daarom de waarde van de beleggingsverzekering opnieuw te berekenen.

Wat is er gebeurd? De consument heeft door bemiddeling van een tussenpersoon met ingang van 1 juli 2002 een zogenoemde Waerdye Levensverzekering afgesloten bij de verzekeraar. De verzekering heeft een inlegpremie van 88,46 euro per maand. De consument en zijn partner zijn zowel verzekeringnemer als verzekerde. De einddatum van verzekering is bij aanvang gesteld op 1 juli 2032 en de verzekering werd ter zekerheid verpand in verband
met een door de consument afgesloten hypothecaire geldlening. Bij de verzekering is sprake van een overlijdensrisicodekking en van kapitaalopbouw op basis van beleggen met het beleggingsrisico geheel voor rekening van de consument. 

In november 2011 heeft de verzekeraar de consument bericht dat er uit hoofde van de zogenoemde compensatieregeling als vergoeding voor te hoge kosten eenmalig een bedrag van 298,32 euro in de verzekering wordt gestort en dat daarnaast jaarlijks, zolang er premie wordt betaald, de bijstorting een bedrag van 49,09 euro betreft.  Per brief van 11 januari 2021 heeft de consument een klacht bij de verzekeraar ingediend.  De verzekeraar heeft hier per brief van 21 januari 2021 op gereageerd. Vervolgens heeft de consument per brief van 28 januari 2021 op deze brief van de verzekeraar gereageerd. Na de daaropvolgende afwijzing van de verzekeraar van 19 februari 2021 heeft de consument zijn klacht ter behandeling bij Kifid ingediend.

De consument vordert primair dat de verzekeraar een bedrag van 10.000 euro toevoegt aan de verzekering en daarnaast de kosten van rechtsbijstand vergoedt. Aanvankelijk was dit een bedrag van 3.357,75 euro, gedurende de procedure is dit verhoogd tot 4.083,75 euro.

De verzekeraar heeft zich in eerste instantie op het standpunt gesteld dat de consument te laat heeft geklaagd en dat de rechtsvordering van de consument tot schadevergoeding is verjaard dan wel moet worden afgewezen. In zijn dupliek heeft de verzekeraar zich bereid verklaard het onderhavige geschil met de consument op te lossen door toepassing van de uitspraak 2017-043 van de CvB. Dit betekent volgens de verzekeraar dat de waarde van de verzekering moet worden herrekend aan de hand van de bruto premie, waarbij geen
kostenopslagen in rekening worden gebracht. De kosten voor beheer en administratie, de TER en de overlijdensrisicopremie mogen op basis van de uitspraak wel in rekening worden gebracht. De herrekening resulteert volgens de verzekeraar in een vergoeding van 4.954,30 euro. Voor wat de kosten betreft van rechtsbijstand is de verzekeraar bereid het van toepassing zijnde liquidatietarief te vergoeden. Voor de nog lopende verzekering betekent dit verder dat de verzekeraar in het vervolg geen kosten meer in rekening brengt, met uitzondering van de TER en de kosten voor beheer- en administratie en de overlijdensrisicopremie en dat door toepassing van deze CvB uitspraak de jaarlijkse compensatievergoeding komt te vervallen.

Besluit

De commissie wijst de vorderingen van de consument deels toe. In die zin dat de verzekeraar de waarde van de verzekering opnieuw dient vast te stellen waarbij (naast de TER) alleen de (expliciet) vermelde kosten in aanmerking mogen worden genomen. Het (positieve) verschil met de huidige waarde dient de verzekeraar vervolgens aan de consument als schadevergoeding uit te betalen door dit bedrag om te rekenen naar extra WE-eenheden en de eenheden toe te voegen aan de verzekering. De verzekeraar dient voorts voor de rest van
de looptijd van de verzekering uitsluitend de TER en alleen de (expliciet) in de voorwaarden vermelde kosten in rekening te brengen.

De commissie stelt bij wijze van bindend advies vast dat de verzekeraar gehouden is om binnen een termijn van vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd:

  • de waarde van de verzekering herrekent waarbij (naast de TER) alleen de kosten van beheer en administratie, genoemd in artikel 10 lid 3 onder c van de voorwaarden in aanmerking mogen worden genomen;
  • het (positieve) verschil met de huidige waarde dient de verzekeraar vervolgens aan de consument als schadevergoeding uit te betalen door dit bedrag om te rekenen naar extra WE-eenheden en de eenheden toe te voegen aan de verzekering;
  • de verzekeraar dient voorts voor de rest van de looptijd van de verzekering naast de TER alleen de (expliciet) in de voorwaarden vermelde kosten in rekening te brengen;
  • de door de consument gemaakte kosten van rechtsbijstand ad 200 euro te vergoeden.

 

 

 

Reactie toevoegen

 

Reacties

Martin van Rossum - Woekerprofi.nl 24 november 2021

Die in de uitspraak genoemde F. Weidema (Ferdinand Weidema Interim Management), die niet blijkt te beschikken over de deskundigheid die je van een bekwaam professioneel beroepsgenoot mag verwachten, moet zich maar bij mij melden, dan kan ik hem een lesje leren over het verschil tussen uvl en unit-linked. Wie ik ben? Degene die uitspraak CB-2017-043 heeft bewerkstelligd en 31 januari 2022 nog voor 4 voorbeelddossiers in hoger beroep de risicopremie gaat aanvechten. Ook Consument in deze halfgewonnen zaak kan nog in hoger beroep! De toegekende kostenvergoeding bedroeg weliswaar maar ca. € 4,5 K, maar materieel belang even doorrekenen tot 2032 en je hebt de drempel van € 25.000 zo veilig gesteld.

Meer over
Kifid: schade door vochtdoorlating door bouwfouten niet gedekt

Kifid: schade door vochtdoorlating door bouwfouten niet gedekt

(Kifid-uitspraak GC 2024-0878, bindend) De consument heeft op 6 januari 2024 een schade gemeld onder zijn woonhuisverzekering bij Achmea. De consument heeft gemeld...

Kifid: premiestijging Promovendum niet onaanvaardbaar

Kifid: premiestijging Promovendum niet onaanvaardbaar

(Kifid-uitspraak GC 2024-0707) De consument is het niet eens met de premiestijging per contract-vervaldatum en is van mening dat de premiestijging naar maatstaven...

Kifid benoemt twee nieuwe leden Geschillencommissie

Kifid benoemt twee nieuwe leden Geschillencommissie

Het bestuur van Kifid heeft twee nieuwe leden van de Geschillencommissie benoemd: mr. Angélique M. Verweij-Hoogveld en mr. Marijke Bruning. Beiden treden...

Kifid: hogere rente, geen schadevergoeding

Kifid: hogere rente, geen schadevergoeding

(Kifid-uitspraak GC 2024-0643)  Consumenten stellen dat advieskantoor Hypotheek-Huys te lang heeft gewacht met het indienen van de hypotheekaanvraag, waardoor...

Kifid: klacht afgewezen ondanks onduidelijke voorwaarden

Kifid: klacht afgewezen ondanks onduidelijke voorwaarden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0637). Consumenten hebben in het verleden samen een woning gekocht en hebben besloten te gaan scheiden. Volgens de consumenten volgt uit...

Kifid: rentevoorstel verlopen, adviseur niet aansprakelijk

Kifid: rentevoorstel verlopen, adviseur niet aansprakelijk

(Kifid-uitspraak GC 2024-0628). Volgens de consumenten kunnen zij geen aanspraak maken op het rentevoorstel van de geldverstrekker doordat Rijnders Assurantiën...

Kifid: Promovendum mag verzekering niet beëindigen

Kifid: Promovendum mag verzekering niet beëindigen

(Kifid, mondelinge uitspraak GC 2024-0640). De consument is het niet eens met de beëindiging van zijn rechtsbijstandsverzekering vanwege het aantal rechtsbijstandsverzoeken...

Kifid: geen zorgplichtschending bij haast consumenten

Kifid: geen zorgplichtschending bij haast consumenten

(Kifid-uitspraak GC 2024-0600) Consument en ex-partner benaderen een adviseur van de Hypothekers Associatie in Amersfoort voor het afsluiten van twee hypotheken....

Nieuw commissielid Geschillencommissie Kifid

Nieuw commissielid Geschillencommissie Kifid

Elly van Zadelhoff wordt per 1 juli 2024 benoemd tot lid van de Geschillencommissie Kifid. Van Zadelhoff werkte onder meer voor een ambtenarenbond, wetenschappelijk...

Kifid: te laag bedrag, geen beroep

Kifid: te laag bedrag, geen beroep

(Kifid-uitspraak GC 2024-0444) Een consument heeft een klacht ingediend omdat in zijn optiek de uitvoerder van de rechtsbijstandverzekering een beroepsfout heeft...