Klagen acht jaar na wijziging beroepsklasse is te laat
(Kifid-uitspraak GC 2022-0928) De consument stelt dat de adviseur hem onjuist heeft geïnformeerd over de wijziging van de beroepsklasse op zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. De Geschillencommissie is van oordeel dat de consument in 2013 had kunnen (en moeten) opmaken dat de beroepsklasse was gewijzigd. Door hierover pas in 2021 te klagen is de tussenpersoon in zijn belangen geschaad. De commissie concludeert dat de consument te laat heeft geklaagd in de zin van artikel 6:89 BW en daarom geen beroep meer kan doen op het door hem gestelde gebrek in de prestatie van de adviseur. De klacht van de consument is ongegrond.
De commissie: “De consument heeft na de wijziging van de beroepsklasse in 2013 een nieuw polisblad ontvangen. Uit het polisblad had de consument kunnen (en moeten) opmaken dat de beroepsklasse was gewijzigd van klasse 4 naar klasse 3 en dat sprake was van ‘maximaal tien procent meewerkend’.
“Indien de consument van mening was dat dit niet juist was, had het op zijn weg gelegen om zich na ontvangst van het polisblad tot de adviseur te wenden. De consument stelt dat hij het polisblad niet heeft bekeken, maar van een consument mag verwacht worden dat hij de aan hem verstrekte documentatie aandachtig doorleest en dat hij daarover zo nodig kritische vragen stelt.
“De consument heeft vervolgens pas (bijna) acht jaar later, in oktober 2021, bij de adviseur geklaagd over de wijziging van de beroepsklasse. De adviseur voert terecht aan dat hij hierdoor in zijn belangen is geschaad. In 2013 had de adviseur de beroepsklasse nog zonder gevolgen kunnen aanpassen. In 2021 was dit niet meer aan de orde omdat de consument in 2015 geruime tijd last heeft gehad van zijn rug en later is geopereerd aan een liesbreuk. Door pas na (bijna) acht jaar te klagen, heeft de consument de adviseur op dit punt benadeeld.”
Artikel 6:89 BW
De adviseur heeft als meest verstrekkend verweerpunt naar voren gebracht dat de consument te laat heeft geklaagd in de zin van artikel 6:89 BW. In artikel 6:89 BW staat dat een schuldeiser geen beroep kan doen op een gebrek in de prestatie van een contractuele wederpartij, wanneer hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken bij de wederpartij heeft geprotesteerd. Hiervoor geldt geen vaste termijn. De termijn is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Relevant zijn onder meer de waarneembaarheid van het gebrek, de deskundigheid van partijen, de onderlinge verhouding van partijen, de aanwezige juridische kennis en de behoefte aan voorafgaand deskundig advies.
De tijd die is verstreken tussen het moment dat het gebrek in de prestatie is of had moeten worden ontdekt en het indienen van een klacht is weliswaar een belangrijke factor, maar niet doorslaggevend. Van belang is ook of de wederpartij door het tijdsverloop in zijn belangen is geschaad.
Reactie toevoegen
Meer over
Uitgaan van wat gebruikelijk was als polis zoekraakt
(Kifid-uitspraak GC 2023-0384) De consument heeft zijn stelling dat de uitvaartverzekeraar uitgaat van een onjuist verzekerd kapitaal met geen enkel document onderbouwd....
Het staat bank vrij explain optie aan te scherpen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0385) De consumenten hebben een hypothecaire geldlening bij de bank. Eind oktober 2021 hebben zij de bank benaderd met de wens om gebruik...
(Kifid-uitspraak GC 2023-0368) Door opslag in brandwerende koffers zijn de nietjes van unieke comics van de consument gecorrodeerd. De Geschillencommissie oordeelt...
Verkoopopbrengst onjuist ingeschat: hypotheekadviseur moet alsnog bloeden
(Kifid-uitspraak CvB 2023-0021) De Kifid Commissie van Beroep laat een hypotheekadviseur alsnog bloeden na schending van de zorgplicht. De adviseur (Zeevat Hypotheken...
TAF lanceert Inkomenzeker AOV voor ondernemers
TAF heeft haar assortiment uitgebreid met de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ondernemers InkomenZeker AOV. Met dit product verzekert de ondernemer tot 85...
Geschillencommissie steekt stokje voor executie woning
(Kifid-uitspraak GC 2023-0362) De Geschillencommissie is in dit geval van oordeel dat opeising van de geldlening en de executie van de woning door Obvion gegeven...
Adviseur komt niet op proppen met adviesrapport
(Kifid-uitspraak GC 2023-0363) De consument stelt dat de adviseur niet als een goed opdrachtnemer heeft gehandeld, waardoor zij geen hypothecaire geldlening heeft...
(Kifid-uitspraak GC 2023-0353) Partijen zijn het erover eens dat de adviseur een fout heeft gemaakt door een hypotheek met NHG te adviseren, terwijl de kostengrens...
Niet informeren over bereidstellingsprovisie is schending zorgplicht
(Kifid-uitspraak GC 2023-0354) Het staat vast dat de adviseur de consumenten niet heeft geïnformeerd over de mogelijke kosten (bereidstellingsprovisie) van...
Bewaken voortgang offertetraject taak van adviseur
(Kifid-uitspraak GC 2023-0346) Voor de financiering van bestaande woningen heeft Florius andere documenten nodig dan voor nieuwbouwwoningen. Florius is volgens de...